Tamir-rivier in de provincie Arkhangai

De Tamir rivier ligt in het Khangai gebergte in de provincie Arkhangai en bestaat uit twee rivieren, de Noordelijke Tamir en de Zuidelijke Tamir. Daarom wordt de rivier soms Gurvan Tamir (Drie Tamir) genoemd en wordt de naam Tamir genoemd in het boek De Geheime Geschiedenis van de Mongolen.

Het grootste deel van de rivier is 180 km lang, exclusief de noordelijke Tamir en de zuidelijke Tamir. Naar beneden toe wordt de rivier breder, met een breedte van 40-70 meter en een diepte van 2-3 meter. De rivieroever is bedekt met espenbomen en struiken.

Er is een legende over de Tamir rivier en de Taikhar rots die zegt: "Voor de uitvinding van de spiegel leefde er eens een meisje genaamd Tamir bij een kristalheldere rivier en zij gebruikte het water als spiegel. Het water was zo zuiver en helder dat de mensen het Bolor (Kristal) noemden. Op een dag deed een rijke man Tamir een aanzoek, maar ze weigerde omdat ze al verliefd was op een jongen die Taikhar heette. Gekookt van woede bedierf de rijke man de rivier en die was niet langer kristalhelder. Tamir was geschokt toen ze troebel water zag toen ze bij de Bolorivier aankwam en besloot erin te duiken om uit te zoeken wat de oorzaak was, maar ze kwam er nooit meer uit. En haar geliefde, Taikhar, wachtte zo lang op haar op hun ontmoetingsplaats dat hij in een rots veranderde en de lokale bevolking veranderde de naam van de rivier in Tamir in haar liefdevolle herinnering."

Naast het verhaal bevat het stroomgebied van de Tamir rivier ijzererts en archeologische vondsten. In de jaren 60 schreef Lodoidamba Chadraabal een beroemde roman met de naam "Tungalag Tamir", waarin het hoofdverhaal zich afspeelt rond de rivier.